Door het programma op te knippen in twee volumes wordt een winkelhaak gevormd waardoor de verschillende functies van het woonhuis maximaal worden gericht op het landschap. Gezegd kan worden dat het programma het landschap omarmt. Door beide volumes los van elkaar te trekken ontstaat een zichtas welke beide entrees accentueert, maar het volume ook verweeft met zijn omgeving. Zowel het hoofd- als het nevenvolume worden ondergebracht onder een gemeenschappelijk dak waarmee het gebouw een duidelijke samenhang krijgt. Ondanks de relatie de het gebouw op verschillende wijze legt met zijn omgeving ontstaat hierdoor een helder landschappelijk element.

In het ontwerp wordt de zichtas die beide volumes van elkaar scheidt benadrukt door een muur welke als een colonnade fungeert en vanaf aankomst naar de verschillende functies leidt. Een tweede zichtas verknoopt de verschillende ruimtes van hoofd- en nevenvolume met elkaar. De kelderruimte verbindt beide delen van het woonhuis. Daarnaast accentueert het de entrees en verdiept het de relatie van het programma met zijn omgeving. Beide assen lopen geleidelijk weg in het landschap. De looproute in de woning eindigt met een speelse afbuiging naar een kleine steiger die de bijzondere vorm van het kavel benadrukt.